Levens beschrijving
Levens beschrijving
Stanisław Wladysław Maczek werd op 31 maart 1892 geboren in het stadje Szczerzec bij Lwów (Lemberg), Galicië, in de toenmalige Dubbelmonarchie Oosterijk-Hongarije als zoon van Witold Maczek en Anny Czernych. Hij groeide op in een Pools Rooms-katholiek ‘patriottisch’ gezin: vier zoons volgden een militaire loopbaan; drie zullen echter voortijdig sneuvelen. Zijn vader was advocaat, later rechter van beroep. Er kan gesteld worden, ze waren goed bemiddeld; men ging jaarlijks op wintervakantie naar Zakopane in de Tatra op skivakantie.) Na het behalen van het gymnasiumdiploma studeerde hij van 1910 tot 1914 filosofie, psychologie en Poolse filologie aan de Jan Kazimierz universiteit in Lwów.Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij door de Oostenrijkse regering gemobiliseerd en als compagniecommandant onder meer ingezet aan het Italiaans front. Na training en opleiding in Graz, Oostenrijk, kreeg hij als Aspirant (vaandrig) het commando over een gemotoriseerd peloton van de 3e Landwehr regiment in juni 1915.Waarschijnlijk heeft hij gedurende deze periode zijn carrière plannen van academisch naar militair omgezet, reden kan zijn dat de oorlog waarschijnlijk langer zou duren dan 6 maanden en hij was wel slim maar geen intellectueel. Mazcek was meer praktisch aangelegd en het soldatenleven beviel hem wel.)
Ook van betekenis is dat hij tijdens zijn studie lid werd van de vereniging Poolse paramilitaire scouts (Związek Strzelecki) die was opgericht juist in 1910 in Lwow. Activiteiten waren o.a. schieten, skiën, kaartlezen, tochten uitzetten en maken, politieke -en sociale omgang . In zijn Oostenrijkse dienstplicht ontwikkelde hij zijn talent verder en had plezier in het militair zijn en belangrijker hij had er succes mee.) Benevens valt niet uit te sluiten dat de veranderde politieke situatie naar een toekomstig onafhankelijk Polen (met een militair overheersende cultuur) zijn besluit tot het kiezen van een militaire loopbaan heeft beïnvloed dit tegenover een academische carrière. In 1919 en 1920 was hij, aanvankelijk als luitenant, later als kapitein van het leger van de nieuwe Poolse republiek, eerst betrokken bij acties tegen het Oekraïense en later tegen het Rode-Sovjet leger. Na de wapenstilstand van 1920 kwam zijn leven in rustiger vaarwater. Hij deed staffuncties bij diverse onderdelen en deed verschillende cursussen.
In 1922 werd hij op 30-jarige leeftijd majoor, in werking tredend met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 1919. Van 1924 tot 1927 volgde hij de Hogere Krijgsschool in Warschau. Op 30 oktober 1927 krijgt hij promotie tot luitenant kolonel en het bevel over het 76e Regiment Infanterie; wat later volgt het 81ste Jagers van koning Stefan Bathory gestationeerd in Grodno.) Op 25 juni 1928 trouwde hij met Zofia Kuryś, ze zouden twee kinderen krijgen in Polen, Renata in 1929 en Andrzej in 1934, een derde kind, Magdalena zal in Schotland geboren worden.) In 1938 werd hij tot commandant benoemd van de 10e Gemotoriseerde Cavalerie Brigade (10. Brygada Kawalerii), een volledig gemotoriseerde eenheid bestaande uit bereden infanterie op motoren en vrachtwagens, tanks, pantserwagens, machinegeweren, artillerie, genie en TD )
Bij de Duitse inval in september 1939 vocht hij met zijn 10e Gemotoriseerde Cavalerie Brigade vergeefs tegen de Duitse overmacht. Nadat ook de Sovjet-Unie Polen was binnengevallen kreeg Maczek, die op dat moment in de omgeving van Lwów was, opdracht uit te wijken naar Hongarije. Daar werd hij met zijn brigade geïnterneerd. Van de 3000 man waarmee hij op 1 september startte lukte het 1500 in de namiddag van 19 september 1939, de grens met Hongarije, in volle bepakking te overschrijden. Maczek had het geluk dat zijn gezin zich bevond bij zijn schoonouders in Stanisławów, dicht bij hem in de buurt. Hij zorgde ervoor dat ook zij met hem mee gingen. Met achterlating van hun uitrusting, met hulp van de Poolse diplomaten en een oog toeknijpen van de Hongaren reisden ze per trein, in burger gekleed, via Yugoslavië en Italië naar Frankrijk.)
In Frankrijk werd hij per 15 november 1939 bevorderd tot brigadegeneraal (generał brigady) door opperbevelhebber generaal Sikorski, met de opdracht in Coetquidan de daar verzamelde Polen te organiseren. Om met een nieuw leger, zodra als het kon, terug te keren naar Polen.) In februari 1940 kreeg hij opdracht tot het vormen van een ‘Division Lègère Mecanique’.) In mei nam hij het commando van de Poolse Gemotoriseerde Lichte Divisie (10 Brygady Kawalerii Pancernej / 10éme Brigade de cavalerie blindée), gevormd uit de restanten van zijn vroegere Cavaleriebrigade aangevuld met Poolse militairen die gevlucht waren uit andere onderdelen en vrijwilligers met een Poolse achtergrond.) Ten zuidoosten van Parijs vocht hij een reeds bij voorbaat verloren, terugtrekkende strijd tussen 13-17 juni 1940 tegen het Duitse leger.) Wegens gebrek aan brandstof en munitie zag hij zich gedwongen de strijd te staken. Na de capitulatie van Frankrijk op 22 juni 1940 kregen de Polen bevel om hun materieel te vernietigen en naar Engeland uit te wijken om van daaruit de strijd voort te zetten. Een tocht, dwars door de Duitse linies, en Vichi-Frankrijk, eindigde in Marseille op 14 juli 1940.)
Dan met de boot naar Algiers en de trein naar Casablaca, waar hij herenigd werd met zijn gezin. Verder met weer een boot naar Lissabon, vertrok hij vandaar per vliegtuig naar Bristol, waar hij aankwam op 21 september 1940.) Na lang aandringen bij de Poolse minister van oorlog, generaal Wladyslaw Sikorski, op de vorming van een pantserdivisie, kreeg hij op 25 februari 1942 opdracht voor het oprichten van de Eerste Poolse Pantserdivisie. In augustus 1944, na de invasie in Normandië, speelde de divisie een cruciale rol bij het afsluiten van de vluchtroute van het Duitse Zevende Leger ten zuiden van Falaise. Na een opmars door Frankrijk en België, in september, werd de bevrijding van Breda op 29 oktober 1944 één van generaal Maczek's grootste successen. 30 Oktober 1944 ontving hij hiervoor uit handen van burgemeester van Slobbe voor zijn hele divisie het Bredase ereburgerschap. Vanaf 6 april 1945 werd de strijd voortgezet en speelde de divisie een belangrijke rol bij de bevrijding van grote delen van oost Drenthe en Groningen. Na 18 april zal de divisie afbuigen richting Duitsland.) Sluitstuk van de tocht van de 1e Poolse Pantserdivisie, die begon aan de Franse kust, werd op 3 mei de capitulatie van de grote Duitse marinebasis Wilhelmshafen in aanwezigheid van generaal Maczek.
Kort daarop werd generaal Maczek benoemd tot commandant van het Eerste Poolse Legerkorps in Schotland en droeg hij het bevel van de 1e Poolse Pantserdivsie op 20 mei 1945 over aan brigadegeneraal Klemens Rudnicki. In September 1945 volgde zijn benoeming tot generaal-majoor (generał dywizji) en commandant van het 1e Poolse Korps.( in mei ’45: 128.000 man) Na de demobilisatie van het Poolse leger in ballingschap in 1947 kon generaal Maczek niet terug keren naar zijn nu communistisch geworden vaderland (Lwów heette nu Lwíw en lag inmiddels in de Sovjet-Unie) en vestigde hij zich met zijn gezin in de Schotse hoofdstad Edinburgh. Daar schreef hij zijn memoires, uitgegeven onder de titel "Od podwody do czolga". (Van paardenwagen tot tank). Tot op hoge leeftijd moest hij in zijn levensonderhoud voorzien door middel van eenvoudige banen. Om politieke redenen werd hem een Brits pensioen ontzegd.) De communistische regering van Polen weigerde de rol van de Poolse strijders in het westen te erkennen; Generaal Maczek werd ook zijn Pools staatsburgerschap ontnomen. Pogingen van toenadering door Jaruselki (1981-89/90) werden door Maczek afgewezen: hij wilde zijn naam niet in verband hebben met een communistisch dictator.Erkenning en eerherstel volgde pas na de val van de Muur. 11 November 1990 werd hij door de regering van de nieuwe Poolse Republiek benoemd tot luitenant-generaal (generał broni). Op zijn honderdste verjaardag werd hij onderscheiden met de hoogste Poolse onderscheiding, de Orde van de Witte Adelaar. Generaal Maczek overleed op 11 december 1994 in Edinburg. Nooit meer zou hij naar Polen terugkeren. Hij werd 102 jaar oud. Na een begrafenismis in Edinburgh op 21 december werd de kist met het lichaam van de generaal per vliegtuig naar Nederland vervoert. Op 23 december was er een dienst in de Grote Kerk van Breda en werd hij aan het hoofd van zijn mannen bijgezet op de Militaire Erebegraafplaats van Breda.)Toegevoegd:
Dagelijks bevel nr. 40 van de divisiecommandant Frankrijk, 6 augustus 1944. Na 4 jaar zijn we terug in Frankrijk. We zijn op Frans grondgebied geland om naast Engeland en Amerika voor de Poolse zaak te vechten. Toen we Frankrijk in juni 1940 verlieten, waren onze gelederen uitgedund, was onze toekomst onbekend en stonden we machteloos. Vandaag, na vier jaar op Britse bodem te hebben gewerkt, zijn we begonnen aan onze strijdmars naar Polen. De eerste stop op deze mars is opnieuw Frankrijk. Maar nu zijn de omstandigheden veranderd. We zijn trots op onze eigen kracht, omdat we tijdens de vijf jaar oorlog niet zijn ingestort. onze wapens. Integendeel, met nauwgezet en volhardend werk hebben we de pantserdivisie gecreëerd, de eerste in de geschiedenis van ons leger. Deze verdeeldheid staat vandaag de dag op het slagveld tegenover degenen die aan de hele wereld hebben aangekondigd dat wij ophielden te bestaan. We zijn sterk omdat we over de beste geallieerde uitrusting in onze divisie beschikken. Wij kennen de waarde van deze apparatuur en weten hoe we deze op de juiste manier moeten gebruiken. Het is fysieke kracht. Bovendien brengen we iets naar het slagveld dat Duitsland vandaag niet heeft. Wij brengen enorme morele kracht mee. We zijn ons er volledig van bewust dat we strijden voor een rechtvaardige zaak en dat de eerste glimpen van de overwinning al zichtbaar zijn. En dus zullen we, als we de eerste strijd aangaan, verantwoording eisen voor de gehele vijf jaar van deze oorlog. Voor Warschau, voor Kutno, voor Westerplatte en voor de honderden en duizenden weerloze slachtoffers die stierven door toedoen van de indringer. Wij zullen verantwoordelijkheid eisen voor elk Pools leven dat door de Duitsers wordt ontnomen. Dit betekent echter niet dat je barbaarse gevechtsmethoden moet gebruiken. Vecht zoals een Poolse soldaat in onze geschiedenis altijd heeft gevochten. Vecht hard, maar net zo ridderlijk. Voor ons eerste gevecht vertrekken we met de beste geallieerde divisies. Wij kennen onze waarde en daarom wens ik u vandaag, als commandant, één ding: dat de Duitsers met hun eigen bloed de eer betalen om naast ons te vechten. En onthoud één ding, allemaal. Een soldaat vecht voor de vrijheid van veel landen, maar hij sterft alleen voor Polen. Wij geloven allemaal dat Polen met ons harde werk weer zal herrijzen!
Commandant van de 1e Pantserdivisie MACZEK, brigadegeneraal
Bron:
Maczek Museum
Ewan Mcgilvray: Man of Steel and Honor: General Stanisław Maczek,
Helion&Company Ltd, Solihull, 2012
Stanisław Maczek: Van Paardenwagen tot Tank, Van Ierland Uitgeverij, Breda, 2009
F.S.Kurcz (F. Skibinski) The Black Brigade, Atlantis publ., Harrow, 1943
Zbigniew Tomkowsk: Generał Maczek, Ypsilon sp. ,Warszawa 1994
Piotr Potomski: Generał Broni Sanisław Władisław Maczek(1892-1994), Wydawnictwa Uniwerytetu
Warszawskiego, Warszawa, 2008
Franio Bogdanowicz: 1e Poolse Pantserdivisie vanaf Moerdijk tot de verovering van Wilhelmshaven
en de bezetting van Duitsland, een vertaling, In het Spoor van de Divisie,: nr. 7-8,
uitg. Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie Nederland, Breda, 2005-2006
Antoni Grudziński: 1. Dywizja Pancerna, Zarys Historyii Wojennej,nr. 34 Przeglądu Kawalerii i Broni Pancernej,
1964,London
Helion&Company Ltd, Solihull, 2012
Stanisław Maczek: Van Paardenwagen tot Tank, Van Ierland Uitgeverij, Breda, 2009
F.S.Kurcz (F. Skibinski) The Black Brigade, Atlantis publ., Harrow, 1943
Zbigniew Tomkowsk: Generał Maczek, Ypsilon sp. ,Warszawa 1994
Piotr Potomski: Generał Broni Sanisław Władisław Maczek(1892-1994), Wydawnictwa Uniwerytetu
Warszawskiego, Warszawa, 2008
Franio Bogdanowicz: 1e Poolse Pantserdivisie vanaf Moerdijk tot de verovering van Wilhelmshaven
en de bezetting van Duitsland, een vertaling, In het Spoor van de Divisie,: nr. 7-8,
uitg. Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie Nederland, Breda, 2005-2006
Antoni Grudziński: 1. Dywizja Pancerna, Zarys Historyii Wojennej,nr. 34 Przeglądu Kawalerii i Broni Pancernej,
1964,London
